Gisteren had ik het over het patroon voor de witte zomertop.
Na het vernieuwen van de Scheepjeswebsite vind je het patroon HIER.
Moeite met het vinden van het patroon?
Vraag me dan per e-mail om een pdf van het patroon.
In dit haakpatroon wordt gewerkt met een haakschema.
Voor veel mensen een struikelblok.
Vandaag leg ik je uit hoe je dit schema moet gebruiken.
Het is handig om met de uitleg mee te haken.
Dan heb je gelijk een proeflapje gehaakt.
Neem hiervoor een bolletje katoen en haaknaald 3.0 mm
In het patroon wordt Scheepjes Cotton 8 gebruikt.
Zelf haak ik liever met Phildar Coton 3.
Zit je klaar, dan gaan we beginnen.
Een tekst lees je van boven naar beneden.
Bij een haakschema begin je links onderaan.
De regels van een tekst lees je allemaal van links naar rechts.
Een haakschema bestaan ook uit regels.
Deze lees je om en om van links naar rechts en van rechts naar links.
Naast iedere regel staat het nummer van de toer.
De toer begint aan de kant waar het nummer staat.
De even toeren lees je dus van links naar rechts.
En de oneven toeren van rechts naar links.
Rechts naast het schema en onder het schema staan twee bogen.
Dit deel van het schema wordt steeds herhaald.
Na toer 9 herhaal je dus steeds toer 2 tot en met 9.
Het onderste stukje van het schema gebruik je alleen voor de start.
De onderste boog geeft aan welke steken je steeds herhaalt in de trui.
Het stukje links en rechts van deze boog zijn de zijkanten van het pand.
Gebruikte steken
● = losse
ꝉ = stokje
Ieder teken in het schema staat voor één steek.
Een minpuntje aan dit schema:
In de meeste haakschema's wordt een open rondje gebruikt voor een losse.
Het dichte rondje betekent dan een halve vaste.
Over de andere haaktekens een andere keer meer.
De start
Op de onderste regel staan 25 stippen.
Je begint dus met een ketting van 25 lossen.
Toer 1 van rechts naar links lezen
3 l, in de 5e l vanaf de haaknaald 1 st, 1 st in de volgende l, 3 l, sla 3 l over, 1 st,
3 l, sla 3 l over, 5 st in de volgende l, 3 l, sla 3 l over, 1 st, 3 l, sla 3 l over, 3 st.
Keer je werk om.
Toer 2: lees van links naar rechts.
Let op: je haakt gewoon van rechts naar links (voor rechtshandigen)
3 l (telt als 1 stokje), 2 l, sla 5 steken over, op st van toer 1 (5 st, 1 l, 5 st), 5 l,
sla over (3 l, 5 st, 3 l), op stokje (5 st, 1 l, 5 st), 2 l, sla over (3 l, 2 st),
1 st in 4e l van het begin van toer 1.
Keer je werk om.
Toer 3: lees van rechts naar links
3 l (telt als st), 3 l, sla over (2 l, 5 st), 5 st in de l-opening in het midden van de waaier,
3 l, sla over (5 st, 2 l), 1 st in 3e l van de ketting, 3 l, sla over (2 l, 5 st), 5 st in l-opening,
3 l, sla over (5 st, 2 l), 1 st in 3e l van het begin van toer 2.
Keer je werk om.
Toer 4: lees van links naar rechts
3 l (telt als 1 st), 5 st in dezelfde steek als de lossen, 5 l, sla over (3 l, 5 st, 3 l),
in het st (5 st, 1 l, 5 st), 5 l, sla over (3 l, 5 st, 3 l),
5 st in de 3e l van het begin van toer 3.
Keer je werk om.
Toer 5: Lees van rechts naar links
3 l (telt als 1 st), 2 st in dezelfde steek als de lossen, 3 l, sla over (4 st, 2 l),
1 st in 3e l van de ketting, 3 l, sla over (2 l, 5 st), 5 st in l-opening in waaier, 3 l,
sla over (5 st, 2 l), 1 st in 3e l van de ketting, 3 l, sla over (2 l, 5 st),
3 st in 3e l van het begin van toer 4.
Keer je werk om.
Toer 6: Lees van links naar rechts.
3 l (telt als 1 st), 2 l, sla over (2 st, 3 l), in het st (5 st, 1 l, 5 st), 5 l,
sla over (3 l, 5 st, 3 l), in het st (5 st, 1 l, 5 st), 2 l, sla over (3 l, 2 st),
1 st in 3e l van het begin van toer 5.
Keer je werk om.
Toer 7: lees van rechts naar links.
3 l (telt als 1 st), 3 l, sla over (2 l, 5 st), 5 st in l-opening, 3 l, sla over (5 st, 2 l),
1 st in 3e l van de ketting, 3 l, sla over (2 l, 5 st), 5 st in l-opening, 3 l,
sla over (5 st, 2 l), 1 st in 3e l van het begin van toer 6.
Keer je werk om.
Toer 8: lees van links naar rechts.
3 l (telt als 1 st), 5 st in dezelfde steek als de lossen, 5 l, sla over (3 l, 5 st, 3 l),
in st (5 st, 1 l, 5 st), 5 l, sla over (3 l, 5 st, 3 l), 5 st in 3e losse van begin van toer 7.
Keer je werk om.
Toer 9: lees van rechts naar links.
3 l (telt als 1 st), 2 st in dezelfde steek als de lossen, 3 l, sla over (4 st, 2 l),
1 st in de 3e l van de ketting, 3 l, sla over (2 l, 5 st), 5 st in l-opening, 3 l,
sla over (5 st, 2 l), 1 st in 3e l van de ketting, 3 l, sla over (2 l, 5 st),
3 st in 3e l van het begin van toer 8.
Keer je werk om.
Je hebt nu het hele haakschema gehaakt.
Nog enkele tips
1. De stekenverhouding in het patroon is voor 10 bij 10 cm:
29 steken (gemeten in een oneven toer midden in het patroon)
en ongeveer 7,5 toeren.
Het gehaakte lapje is net iets kleiner dan 29 steken,
dus net iets kleiner dan 10 cm breed.
Is jouw lapje groter? Gebruik dan een smallere haaknaald (2,5 mm)
Is jouw lapje veel kleiner? Gebruik dan een dikkere haaknaald (3.5 mm)
Controleer na de eerste 7 of 9 toeren van het rugpand of de stekenverhouding klopt.
Laat je werk een nachtje plat liggen na het haken.
Meet daarna pas de steekverhouding.
Het haakwerk wil weleens wat uitzakken of in elkaar kruipen tijdens het rusten.
2. In het patroon start je met 133 - 145 of 157 l.
Let op: daar zitten de l van het begin van toer 1 nog niet bij.
Haak voor toer 1 dus eerst 3 l.
Daarna komt het 1e st in de 5e l vanaf de haaknaald.
Ik hoop dat het je met deze tutorial goed lukt om de mooie zomertrui te haken.
De bron voor het haakschema is een gratis haakboek van Scheepjes.
Het losse patroon vind je HIER.
Helaas staat het gratis boek niet op de vernieuwde website van Scheepjes.
Wil je het toch nog krijgen?
Stuur mij dan een e-mail met je vraag.
Veel haakplezier en fijn weekend,
Margaret