Start
met kleur 1 (naar eigen keuze uit de de twee beschikbare kleuren)
Toer
1
Begin
met een magische ring met 6 vasten (6)
Gebruik
eventueel een marker of paperclip om steeds het begin van de toer te markeren.
Toer
2
Haak
de draad van de 2e kleur mee (dat wil zeggen: leg de draad langs het haakwerk
en haak de steken om deze draad heen)
Kleur
1: 2 vasten in iedere steek (12) Wissel van kleur.
Uitleg
inhaken
In
toer 3 ga je enkele steken inhaken in kleur 2. De andere steken maak je in
kleur 1. Wissel de kleur steeds in de laatste steek van de vorige kleur.
Kleur wisselen gaat als volgt: kleur 1: steek in, sla om, haal door. Sla nu om
met kleur 2 en haal door.
Het
wisselen van kleur doe je dus steeds in de steek voor dat je de bewuste kleur
gebruikt. De draad van de kleur waar je niet mee werkt, leg je langs de steken
en deze haak je mee.
Toer
3
*Kleur
2: *1 vaste, wissel van kleur, Kleur 1: 2 vasten in de volgende steek, wissel
van kleur*, herhaal van * tot * 6x (18) Wissel van kleur.
Toer
4
*Kleur
2: 1 vaste, wissel van kleur, kleur 1: 1 vaste, 2 vasten in de volgende steek,
wissel van kleur *. Herhaal van * tot * 6x. (24)
Denk
eraan om de draad van de kleur waarmee je niet haakt langs de steken te leggen
en mee te haken. Zo krijg je aan de binnenkant geen lussen en hoef je zo weinig
mogelijk draadjes af te hechten.
Toer
5
*Kleur
2: 1 vaste, wissel, kleur 1: 1 vaste, 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste,
wissel van kleur*. Herhaal van * tot * 6 x (30)
Toer
6
*Kleur
2: 1 vaste, wissel van kleur, kleur 1: 3 vasten, 2 vasten in de volgende steek,
wissel van kleur*. Herhaal van * tot * 6x. (36)
Toer
7
*Kleur
2: 1 vaste, wissel van kleur, toer 2: 2 vasten, 2 vasten in de volgende steek, 2
vasten, wissel van kleur*. Herhaal van * tot * 6x. (42)
Toer
8
*Kleur
2: 1 vaste, wissel van kleur, kleur 1: 5 vasten, 2 vasten in de volgende steek.*
Herhaal van * tot * 6x (48)
Toer
9
De
bodem van het portemonneetje is klaar. Vanaf nu meerder je niet meer.
Haak
in deze toer uitsluitend in de achterste lussen van de steken.
Voor
het rode portemonneetje met gele strik:
Kleur
1: 1 vaste in iedere steek. (48). Blijf de draad van kleur 2 meehaken.
Voor
het oranje portemonneetje met blauwe strik:
Wissel
in de laatste steek van toer 8 van kleur. Kleur 2: 1 vaste in iedere steek (48)
Blijf de draad van kleur 1 meehaken.
Toer
10
Kleur
zelfde als toer 9. 1 vaste in iedere steek (48)
Toer
11
Kleur
zelfde als in toer 9. 1 vaste in iedere steek, wissel van kleur (48)
Toer
12 - 13
Voor
Belgisch beursje: kleur 2
Voor Nederlands beursje : kleur 1
1
vaste in iedere steek (48)
Toer
14
(Kleur
blijft gelijk aan toer 12-13)
25
lossen + 1 keerlosse (telt niet mee als steek),
haak
nu terug over de lossenketting, 1 vaste in de 2e losse vanaf de haaknaald, 1
vaste in iedere volgende losse, 1 halve vaste in steek 1 van de vorige toer van
het beursje, 1 vaste in de volgende steek, 1 halve vaste,
weer
een ketting van 25 lossen + 1 keerlosse, ga terug over de lossenketting, 1
vaste in de 2e losse vanaf de haaknaald, 1 vaste in iedere volgende losse, 1
halve vaste in dezelfde steek als de lossenketting, 1 vaste in iedere volgende
steek van het beursje.
De
laatste steek van toer 14 maak je in de vaste pal naast het eerste strikbandje.
Toer
15
Leg
de strikbandjes naar voren en haak achter de bandjes langs. 2 vasten in de
steek tussen de twee bandjes en 1 vasten in de steek meteen links naast het
linkerbandje, 1 vaste in iedere volgende steek van toer 14 (48)
Toer
16
2
vasten, wissel van kleur, (Belgisch beursje verder met kleur 1, Nederlands beursje
met kleur 2), 46 vasten (48)
Haak
de kleur waarmee je geen steken haakt nog mee tot en met toer 19.
Toer
17
1
vaste in iedere vaste (48).
Toer
18
*6
vasten, 2 vasten samen haken*. Herhaal van * tot * 6x (42).
Toer
19
1
vaste in iedere vaste (42) Knip de draad van de kleur waar je niet mee haakt nu
dicht naast het haakwerk af. (voor het Belgische beursje is dat kleur 2, voor
het Nederlandse beursje kleur 1).
Toer
20-21
1
vaste in iedere vaste (42)
Toer
22
*5
vasten, 2 vasten samen haken*, herhaal van * tot * 6x (36)
Toer
23-25
1
vaste in iedere steek (36)
Sluit
de laatste toer af met 1 halve vaste en hecht af.
Werk
de losse draadjes netjes weg.
Beurssluiting
vastmaken aan beursje
Leg
de beugel opengeklapt op het beursje. Zie de foto's hierna.
Let
erop dat de strik netjes middenvoor zit. Het ene knopje van de sluiting ligt recht boven de strik.
Er
zitten 13 gaatjes aan iedere kant van het beursje.
Naai
de eerste kant van het beursje in het beugeltje met 1 vaste per 1 gaatje.
Sla
aan de zijkant 5 steken over. Deze steken naai je niet vast.
Naai
nu de tweede kant van het beursje in het beugeltje met 1 vaste per 1 gaatje.
De
resterende 5 steken aan de andere kant sla je weer over en naai je niet vast.
Klaar
is jouw WK-beursje met strik.
Boven voor de Belgische (voetbal)fans,
onder voor de Nederlandse (voetbal)fans.
Je kunt de kleuren natuurlijk ook
omdraaien.
Het
beursje is natuurlijk ook leuk om te maken in andere kleuren passend bij andere
feestjes in plaats van voor het WK voetbal of het WK hockey.
En
haak er gelijk aan de bovenkant leuke
stippen in.
Geniet van de voetbalwedstrijden en duim voor ons elftal.
Veel haakplezier,